Ritah Mabble (34) uit Oeganda kreeg twee jaar geleden haar verblijfsvergunning. Ze woont met haar Nederlandse man en twee dochters in Zoetermeer en wil een boerenbedrijf leiden.
Wel. Niet. Wel. Niet. Ritah Mabble zit op een bankje op station Amersfoort. Ze is moe van het denken. Ze ziet geel met blauw voorbij razen. Beter hier dan in Oeganda, denkt ze. Maar ze blijft zitten, als aan het staal vastgenageld.
Ze belt een vriend die ze kent van haar landbouwopleiding in Barneveld. Ze is net klaar en dus moet ze terug naar Oeganda. Maar daar is het onveilig en is haar broer vermoord - zij zal de volgende zijn. Haar vriend zegt: “Ritah, blijf zitten waar je zit.” Hij geeft haar het nummer van een advocaat.
Ze toetst het nummer in. De advocaat zegt dat ze direct in de trein naar Ter Apel moet stappen. Ze is in paniek, maar doet wat hij zegt.
De advocaat blijft aan de lijn. Hij vraagt haar wat haar dromen zijn. Ze vertelt hem dat ze van dieren houdt. Geen kleine - als honden of poezen - maar grote: koeien, varkens, olifanten. Dat ze daarmee wil werken. Dat ze graag een gezin wil stichten.
Om de zoveel minuten vraagt hij: ‘Ritah, ben je daar nog?’
© Patrick Post. In Oeganda keren we het stro om zodat het langer meegaat, vertelt Ritah Mabble op de kinderboerderij.