Vorige week publiceerde de Volkskrant een opiniestuk waarin Chiem Balduk (18) een oproep deed aan mannen om in opstand te komen tegen onderdrukking door vrouwen. Hoe? Door hun mannelijkheid te vieren met het ‘masculinisme’. Meredith Greer en Emma Curvers stellen dat zo'n reactionaire beweging het gezamenlijke doel van zowel mannen als vrouwen voorbij schiet.

Waar vrouwen rechten opeisen beginnen mannen te pruttelen: al in de jaren zeventig ontstonden er clubjes mannen die weer trots pronkten met hun mannelijkheid. Sindsdien kende elk decennium wel zijn eigen tegengolf. In zekere zin zou je de tegenwoordige cultuur van ambachtelijk bierdrinkende, barbier-bezoekende en varken-aan-het-spit-grillende mannen ook kunnen zien als viering van klassieke mannelijkheid. Niets mis mee.

Maar soms hebben male pride-bewegingen last van een overdosis rancune jegens het feminisme en schrijven ze, zoals Chiem, hun moeilijkheden toe aan de ‘voltooide gefeminiseerde samenleving’. Ook mannen lijden onder hun sekse, is de boodschap.

Bijvoorbeeld als ze de helft van hun fortuin aan De Ex mogen inleveren maar hun kinderen niet te zien krijgen. Wanneer ze, zoals Thierry Baudet onlangs belichtte, ontzettend aardige jongens zijn die door geëmancipeerde krengen enkel als vriend worden gezien en nooit als minnaar. Omdat vrouwen zogenaamd stiekem gedomineerd willen worden. Of wanneer ze, zoals de oom van Chiem, geen paaseitjes mogen eten van hun bazige vrouw.

Lees verder op volkskrant.nl

Doortje Briedé-Bultman